Tijdens mijn werk als geestelijk verzorger bij Opella in revalidatiecentrum Elias in Bennekom spreek ik mensen die hun gezondheid of zelfstandigheid kwijtraakten. Ze werken hard om hun leven opnieuw vorm te geven. Wat zij doen is rouwen. Niet alleen over wat ze hebben verloren, maar ook over wie ze waren vóórdat hun leven veranderde.
Overweldigende rouw
Na een verlies is een ding onvermijdelijk: de tijd gaat door. Na elke zonsopgang begint er weer een nieuwe dag. Een dag die je verder brengt van hoe het was. Rouw kan zo groot en overweldigend zijn dat je eigenlijk niet eens weet hoe je een dag door moet komen. In mijn gesprekken op Elias daag ik dan de mensen uit om het klein en overzichtelijk te houden. Waarbij ik soms iets uit de Bijbel mag delen: “Maak je geen zorgen over de dag van morgen”, kun je daar in lezen “vandaag heeft genoeg aan zichzelf”. En, zeg ik dan, als je een dag niet kunt overzien, probeer dan een halve dag of misschien zelfs maar een uur.
Lichtpuntjes
Ook als je verlies al langer geleden is, blijft het een onderdeel van je leven. Met het verstrijken van de tijd ga je ook langzaam en voorzichtig kleine lichtpuntjes zien. Vandaag misschien één, morgen twee. Het verlies wordt niet kleiner, maar langzaam wordt je wereld weer lichter. Dus: leef! Maak herinneringen, zing, dans tijdens dolle uurtjes, deel het leven. Niet omdat alles goed is, maar omdat het leven kostbaar is. Zelfs — en juist — als het pijn doet.